demotiveerden

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • de·mo·ti·veer·den

Werkwoord

vervoeging van
demotiveren

demotiveerden

  1. meervoud verleden tijd van demotiveren
    • Wij demotiveerden. 
    • Jullie demotiveerden. 
    • Zij demotiveerden.