democratiseer

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • de·mo·cra·ti·seer

Werkwoord

vervoeging van
democratiseren

democratiseer

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van democratiseren
    • Ik democratiseer. 
  2. gebiedende wijs van democratiseren
    • Democratiseer! 
  3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van democratiseren
    • Democratiseer je?