demilitariseer
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- de·mi·li·ta·ri·seer
Werkwoord
vervoeging van |
---|
demilitariseren |
demilitariseer
- eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van demilitariseren
- Ik demilitariseer.
- gebiedende wijs van demilitariseren
- Demilitariseer!
- (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van demilitariseren
- Demilitariseer je?