defloreerden
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- de·flo·reer·den
Werkwoord
vervoeging van |
---|
defloreren |
defloreerden
- meervoud verleden tijd van defloreren
- Wij defloreerden.
- Jullie defloreerden.
- Zij defloreerden.
- Wij defloreerden.
vervoeging van |
---|
defloreren |
defloreerden