defendeerden
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- de·fen·deer·den
Werkwoord
vervoeging van |
---|
defenderen |
defendeerden
- meervoud verleden tijd van defenderen
- Wij defendeerden.
- Jullie defendeerden.
- Zij defendeerden.
- Wij defendeerden.
vervoeging van |
---|
defenderen |
defendeerden