decoreerde
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: decoreerde (hulp, bestand)
Woordafbreking
- de·co·reer·de
Werkwoord
vervoeging van |
---|
decoreren |
decoreerde
- enkelvoud verleden tijd van decoreren
- Ik decoreerde.
- Jij decoreerde.
- Hij, zij, het decoreerde.
- Ik decoreerde.