decorandus

Nederlands

decorandus

Uitspraak

• Geluid:  decorandus    (hulp, bestand)

Woordafbreking

• de·co·ran·dus

Woordherkomst en -opbouw

• afgeleid van decoratie
• uit het Latijn

	enkelvoud	meervoud
naamwoord	decorandus	decorandi
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de decorandus m

1. persoon die een onderscheiding ontvangt

   ▸ Wie ook een lintje kreeg, is Rotjoch. De rapper/presentator Angelo Diop is grondlegger van 101Barz, dat uitgroeide tot het hiphopplatform van Nederland. Hij is nu niet alleen Rotjoch, maar ook decorandus, benoemd tot Ridder in de Orde van Oranje-Nassau vanwege zijn bijdrage aan de Nederlandse samenleving.

   ▸ De decorandus is sinds 1997 lid van de vrijwillige brandweer van Hellendoorn, post Nijverdal. Hij verbleef eind januari 2020 in het buitenland ten tijde van het uitreikmoment van Koninklijke onderscheidingen voor brandweermensen.

Gangbaarheid

• Het woord decorandus staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.