decollectiviseerden
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- de·col·lec·ti·vi·seer·den
Werkwoord
vervoeging van |
---|
decollectiviseren |
decollectiviseerden
- meervoud verleden tijd van decollectiviseren
- Wij decollectiviseerden.
- Jullie decollectiviseerden.
- Zij decollectiviseerden.
- Wij decollectiviseerden.