declineerden
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- de·cli·neer·den
Werkwoord
vervoeging van |
---|
declineren |
declineerden
- meervoud verleden tijd van declineren
- Wij declineerden.
- Jullie declineerden.
- Zij declineerden.
- Wij declineerden.
vervoeging van |
---|
declineren |
declineerden