deblokkeerde
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- de·blok·keer·de
Werkwoord
vervoeging van |
---|
deblokkeren |
deblokkeerde
- enkelvoud verleden tijd van deblokkeren
- Ik deblokkeerde.
- Jij deblokkeerde.
- Hij, zij, het deblokkeerde.
- Ik deblokkeerde.
vervoeging van |
---|
deblokkeren |
deblokkeerde