dagdiefden
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: dagdiefden (hulp, bestand)
Woordafbreking
- dag·dief·den
Werkwoord
vervoeging van |
---|
dagdieven |
dagdiefden
- meervoud verleden tijd van dagdieven
- Wij dagdiefden.
- Jullie dagdiefden.
- Zij dagdiefden.
- Wij dagdiefden.