dèp
Frans
Uitspraak
Woordherkomst en -opbouw
Zelfstandig naamwoord
dèp m
- (spreektaal) homoseksueel, flikker
- «Quand il s’habille pour aller en boîte, on dirait un dèp.»
- Als hij zich aankleedt om naar de disco te gaan, zou je zeggen dat het een flikker is. [1]
- «Quand il s’habille pour aller en boîte, on dirait un dèp.»