cryomeerde
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: cryomeerde (hulp, bestand)
Woordafbreking
- cry·o·meer·de
Werkwoord
vervoeging van |
---|
cryomeren |
cryomeerde
- enkelvoud verleden tijd van cryomeren
- Ik cryomeerde.
- Jij cryomeerde.
- Hij, zij, het cryomeerde.
- Ik cryomeerde.