crossmediaal

Uit WikiWoordenboek


Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • cross·me·di·aal
Woordherkomst en -opbouw
  • uit het Engels
stellend vergrotend overtreffend
onverbogen crossmediaal crossmedialer crossmediaalst
verbogen crossmediale crossmedialere crossmediaalste
partitief crossmediaals crossmedialers -

Bijvoeglijk naamwoord

crossmediaal

  1. met gebruikmaking van verschillende communicatiemedia
     In de mededeling aan de redactie schrijft Laroes hoofdredacteur te zijn geweest in een bijzonder uitdagende periode. "Het was de tijd waarin de wereld van de kijker veel meer centraal kwam te staan, waarin de gehele redactie crossmediaal ging werken en waarin het contact en interactie met het publiek via de 'social media' een definitieve plek kreeg in het journalistieke handelen van de NOS."[1]
     Broertjes blijft bijzonder lector crossmediaal uitgeven aan de Hogeschool van Utrecht en voorzitter van de World Press Photo.[2]

Gangbaarheid


Verwijzingen

  1. Bronlink geraadpleegd op 10 december 2022 Weblink bron “Laroes stopt als hoofdredacteur NOS” (Dinsdag 25 januari 2011, 13:15), NOS
  2. Bronlink geraadpleegd op 10 december 2022 Weblink bron “Hoofdredacteur Broertjes verlaat Volkskrant” (Maandag 10 mei 2010, 16:01), NOS