cosmetiek

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • cos·me·tiek
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord cosmetiek
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de cosmetiekv

  1. (cosmetica) kunst om de schoonheid van het lichaam te verbeteren of te behouden
     In de ziekenhuislocatie Oldenzaal van het Medisch Spectrum Twente komt een volledig op cosmetiek gerichte dermatologiekliniek.[2]
     De nadruk op cosmetiek is volgens Schermer een goed voorbeeld van de maakbaarheid van de mens door medische technologie.[3]

Gangbaarheid

Verwijzingen

  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. Bronlink geraadpleegd op 26 november 2021 Weblink bron “Botoxkliniek Oldenzaal onder vlag van MST” (15-01-2008), Tubantia
  3. Bronlink geraadpleegd op 26 november 2021 Weblink bron “Nederland Botoxland” (05/10/2011), HP de Tijd