corrodeerde
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: corrodeerde (hulp, bestand)
Woordafbreking
- cor·ro·deer·de
Werkwoord
vervoeging van |
---|
corroderen |
corrodeerde
- enkelvoud verleden tijd van corroderen
- Ik corrodeerde.
- Jij corrodeerde.
- Hij, zij, het corrodeerde.
- Ik corrodeerde.