corporale

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • cor·po·ra·le

Bijvoeglijk naamwoord

corporale

  1. verbogen vorm van de stellende trap van corporaal
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord corporale corporalen
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

het corporaleo

  1. (religie) gewijde witte linnen doek waarop in de Katholieke Kerk tijdens de mis de gaven van brood en wijn (kelk en de hostieschaal) worden geplaatst
Vertalingen

Gangbaarheid

86 % van de Nederlanders;
75 % van de Vlamingen.[3]

Meer informatie

Verwijzingen