copolymeriseerde
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- co·po·ly·me·ri·seer·de
Werkwoord
vervoeging van |
---|
copolymeriseren |
copolymeriseerde
- enkelvoud verleden tijd van copolymeriseren
- Ik copolymeriseerde.
- Jij copolymeriseerde.
- Hij, zij, het copolymeriseerde.
- Ik copolymeriseerde.