contra-indiceerden
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- con·tra-in·di·ceer·den
Werkwoord
vervoeging van |
---|
contra-indiceren |
contra-indiceerden
- meervoud verleden tijd van contra-indiceren
- Wij contra-indiceerden.
- Jullie contra-indiceerden.
- Zij contra-indiceerden.
- Wij contra-indiceerden.