contextualisering
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- con·tex·tu·a·li·se·ring
Woordherkomst en -opbouw
- naamwoord van handeling van contextualiseren met het achtervoegsel -ing
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | contextualisering | contextualiseringen |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
de contextualisering v
- het aanpassen aan de tijd, plaats en cultuur waarin iets plaatsvindt
- het plaatsen in de tijd, plaats en cultuur waarin iets gemaakt is
- ▸ Uitgeverij Casterman is wel te vinden voor een contex(t)ualisering. Dat verklaarde directeur Simon Casterman al eind 2018, toen de strip in kleur werd heruitgebracht. Hij stelt wel dat ‘de toevoeging van een notitie of een voorwoord van deze aard de morele rechten van de auteur aantast. In dit geval is een dergelijke toevoeging dus niet alleen een bevoegdheid van Casterman, maar ook die van mevrouw Rodwell (Fanny Rodwell-Vlamynck, de tweede vrouw van Hergé, red.) in haar hoedanigheid van rechthebbende op het werk van Hergé, die ertegen is’.[1]
- het beschrijven van iets vanuit verschillende standpunten
Gangbaarheid
- Het woord contextualisering staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Verwijzingen
- ↑ Weblink bron svg“Krijgt ‘Kuifje in Congo’ voorwoord met context?” (28/06/2020), De Standaard