contamineerde
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- con·ta·mi·neer·de
Werkwoord
vervoeging van |
---|
contamineren |
contamineerde
- enkelvoud verleden tijd van contamineren
- Ik contamineerde.
- Jij contamineerde.
- Hij, zij, het contamineerde.
- Ik contamineerde.