contamineer

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • con·ta·mi·neer

Werkwoord

vervoeging van
contamineren

contamineer

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van contamineren
    • Ik contamineer. 
  2. gebiedende wijs van contamineren
    • Contamineer! 
  3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van contamineren
    • Contamineer je?