consignant
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: consignant (hulp, bestand)
Woordafbreking
- con·sig·nant
Woordherkomst en -opbouw
- Naamwoord van handeling van consigneren met het achtervoegsel -ant (met het voorvoegsel con-)
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | consignant | consignanten |
verkleinwoord | consignantje | consignantjes |
Zelfstandig naamwoord
de consignant m
- iemand die goederen in consignatie verzendt
Gangbaarheid
- Het woord 'consignant' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.