communautariseerden

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • com·mu·nau·ta·ri·seer·den

Werkwoord

vervoeging van
communautariseren

communautariseerden

  1. meervoud verleden tijd van communautariseren
    • Wij communautariseerden. 
    • Jullie communautariseerden. 
    • Zij communautariseerden.