committeer

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • com·mit·teer

Werkwoord

vervoeging van
committeren

committeer

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van committeren
    • Ik committeer. 
  2. gebiedende wijs van committeren
    • Committeer! 
  3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van committeren
    • Committeer je?