commercialiseer

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • com·mer·ci·a·li·seer

Werkwoord

vervoeging van
commercialiseren

commercialiseer

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van commercialiseren
    • Ik commercialiseer. 
  2. gebiedende wijs van commercialiseren
    • Commercialiseer! 
  3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van commercialiseren
    • Commercialiseer je?