commercialiseer
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- com·mer·ci·a·li·seer
Werkwoord
vervoeging van |
---|
commercialiseren |
commercialiseer
- eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van commercialiseren
- Ik commercialiseer.
- gebiedende wijs van commercialiseren
- Commercialiseer!
- (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van commercialiseren
- Commercialiseer je?