collideer
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- col·li·deer
Werkwoord
vervoeging van |
---|
collideren |
collideer
- eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van collideren
- Ik collideer.
- gebiedende wijs van collideren
- Collideer!
- (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van collideren
- Collideer je?
Gangbaarheid
- Het woord collideer staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.