collabeerden
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- col·la·beer·den
Werkwoord
vervoeging van |
---|
collaberen |
collabeerden
- meervoud verleden tijd van collaberen
- Wij collabeerden.
- Jullie collabeerden.
- Zij collabeerden.
- Wij collabeerden.
vervoeging van |
---|
collaberen |
collabeerden