chloroformeer

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • chlo·ro·for·meer

Werkwoord

vervoeging van
chloroformeren

chloroformeer

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van chloroformeren
    • Ik chloroformeer. 
  2. gebiedende wijs van chloroformeren
    • Chloroformeer! 
  3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van chloroformeren
    • Chloroformeer je?