cesseerde
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- ces·seer·de
Werkwoord
vervoeging van |
---|
cesseren |
cesseerde
- enkelvoud verleden tijd van cesseren
- Ik cesseerde.
- Jij cesseerde.
- Hij, zij, het cesseerde.
- Ik cesseerde.
vervoeging van |
---|
cesseren |
cesseerde