capteerde
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- cap·teer·de
Werkwoord
vervoeging van |
---|
capteren |
capteerde
- enkelvoud verleden tijd van capteren
- Ik capteerde.
- Jij capteerde.
- Hij, zij, het capteerde.
- Ik capteerde.
vervoeging van |
---|
capteren |
capteerde