bygninger

Uit WikiWoordenboek

Deens

Uitspraak
Woordafbreking
  • byg·nin·ger
Woordherkomst en -opbouw
  • Deense zelfstandignaamwoordsvorm met het achtervoegsel -ning en met de woorduitgang -er
Naar frequentie 5740

Zelfstandig naamwoord

bygninger

  1. nominatief onbepaald gemeenschappelijk geslacht meervoud van bygning


Noors

Uitspraak
Woordafbreking
  • byg·nin·ger
Woordherkomst en -opbouw
  • Noorse zelfstandignaamwoordsvorm met het achtervoegsel -ning en met de woorduitgang -er
Naar frequentie 8251

Zelfstandig naamwoord

bygninger

  1. nominatief onbepaald mannelijk en vrouwelijk meervoud van bygning