bulderende
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: bulderende (hulp, bestand)
Woordafbreking
- bul·de·ren·de
Werkwoord
vervoeging van: | bulderen |
bulderende
- verbogen vorm van bulderend, het onvoltooid deelwoord van bulderen
Bijvoeglijk naamwoord
bulderende
- verbogen vorm van de stellende trap van bulderend
- ▸ Hij had een bulderende stem die eerder bij een robuuste bouwvakker paste.[1]