buikhaartjes

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • buik·haar·tjes
Woordherkomst en -opbouw

Zelfstandig naamwoord

de buikhaartjesmv

  1. verkleinwoord meervoud van het zelfstandig naamwoord buikhaar
     Kijk nou eens in die snoezelige kraaloogjes van het diertje, bewonder die mooie witte buikhaartjes, die schitterende glans over zijn vacht...[1]

Gangbaarheid

Verwijzingen

  1. Bronlink geraadpleegd op 7 februari 2024 Weblink bron
    Luciën Calle
    Buitenlui : Als een muis de winter door... in: Provinciale Zeeuwse Courant op Wikipedia, jrg. 253 nr. 12 (15 januari 2011), p. 144 (spectrum 4) kol. 2