budgetspreekuur

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • bud·get·spreek·uur
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord budgetspreekuur budgetspreekuren
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

het budgetspreekuuro

  1. spreekuur in een dierenkliniek waar de dieren van mensen met een gering inkomen geholpen kunnen worden tegen een gereduceerd tarief
  2. (medisch) spreekuur met een laag tarief voor arme en onverzekerde patiënten

Gangbaarheid