budgetspreekuur
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- bud·get·spreek·uur
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van budget zn en spreekuur zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | budgetspreekuur | budgetspreekuren |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
het budgetspreekuur o
- spreekuur in een dierenkliniek waar de dieren van mensen met een gering inkomen geholpen kunnen worden tegen een gereduceerd tarief
- (medisch) spreekuur met een laag tarief voor arme en onverzekerde patiënten
Gangbaarheid
- Het woord budgetspreekuur staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.