bruikleengever

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • bruik·leen·ge·ver
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord bruikleengever bruikleengevers
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de bruikleengeverm

  1. iemand die iets voor een bepaalde tijd uitleent zonder daarvoor een vergoeding te ontvangen
     Het is mede door die link met Holland dat de Canadese bruikleengever David Thomson (van Persbureau Thomson Reuters) maar liefst 58 werken uit zijn privécollectie aan Teylers Museum uitleent. "Ik vind het belangrijk dat juist de Nederlandse bezoekers een goed overzicht kunnen krijgen van de ontwikkeling van Constables werk. Ik zie het ook als eerbetoon aan al die 17e eeuwse Hollandse meesters die zijn leven zo ingrijpend hebben veranderd."[1]
     Sinds maart 2014 hangt de hanger beveiligd in het museum. Het stuk is getaxeerd op 100.000 euro en met de rest meeverzekerd. De bruikleengever heeft de (nep)hanger geregeld aan andere musea uitgeleend voor tentoonstellingen, bevestigt de museumdirecteur. Het voorwerp staat uitputtend beschreven op de site Collectie Gelderland.[2]
     Directeur Ansenk noemt de beveiliging state of the art. "De beveiliging zoals die was, was volgens de afspraken met de verzekeraar en de bruikleengever. Het was in orde", zei ze op een persconferentie.[3]

Gangbaarheid

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Bronlink geraadpleegd op 1 februari 2023 Weblink bron
    Annephine van Uchelen
    “Nederlandse oude meesters inspireerden Britse landschapsschilder Constable” (Zondag 20 september 2020, 08:07), NOS
  2. Bronlink geraadpleegd op 1 februari 2023 Weblink bron “Gouden ridderorde uit 1559 blijkt 60 jaar oude toneelprul” (Donderdag 14 februari 2019, 12:57), NOS
  3. Bronlink geraadpleegd op 1 februari 2023 Weblink bron “Kunsthal: beveiliging was in orde” (Dinsdag 16 oktober 2012, 17:39), NOS