brodeer voort
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- bro·deer voort
Woordherkomst en -opbouw
Werkwoord
vervoeging van |
---|
voortbroderen |
brodeer voort
- eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van voortbroderen
- Ik brodeer voort.
- gebiedende wijs van voortbroderen
- Brodeer voort!
- (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van voortbroderen
- Brodeer je voort?