bovenste
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- bo·ven·ste
Woordherkomst en -opbouw
- afgeleid van bovenst met het achtervoegsel -e
- is op te vatten als de verbogen overtreffende trap van het bijwoord boven
Bijvoeglijk naamwoord
bovenste
- verbogen vorm van de stellende trap van bovenst
- wat boven alle andere is
- Wij moeste 10 trappen lopen om op de bovenste etage te komen.
- ▸ In afwachting van zijn bier peuterde de Duitser aan het op één na bovenste knoopje van zijn overhemd en opende het.[1]
Antoniemen
Gangbaarheid
- Het woord bovenste staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd "bovenste" herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen.[2] |
Verwijzingen
- ↑ “All-inclusive” (2006), A. W. Bruna Uitgevers B. V. , Utrecht, ISBN 90-229-9182-2
- ↑ Weblink bron Gearchiveerde versie “Word Prevalence Values” op ugent.be