bouříš

Uit WikiWoordenboek

Tsjechisch

Uitspraak
  • IPA: /boʊ̯r̝iːʃ/
Woordafbreking
  • bou·řit

Werkwoord

bouříš

  1. informeel tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd aantonende wijs van het imperfectieve werkwoord bouřit