bleeker
Nederlands
Uitspraak
- (IPA in voorbereiding)
Woordafbreking
- blee·ker
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | bleeker | bleekers |
verkleinwoord | bleekertje | bleekertjes |
Zelfstandig naamwoord
bleeker
- (straalvinnigen) Paraplagusia bilineata een straalvinnige vis uit de familie van hondstongen (Cynoglossidae ), orde van platvissen (Pleuronectiformes ). De vis kan een lengte bereiken van 30 centimeter
Hyperoniemen
- hondstongen, platvissen, stekelvinnigen, beenvissen, straalvinnigen, beenvisachtigen, gewervelden, chordadieren, dieren
Gangbaarheid
- Het woord 'bleeker' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.