bildung

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • bil·dung
Woordherkomst en -opbouw
  • uit het Duits
enkelvoud meervoud
naamwoord bildung
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de bildungv

  1. het proces van volwassen wording
     Volgens supermarkt Edeka verwijst het nummerbord naar 'Muss', 'moeten', een belangrijk thema van het spotje. Maar daar neemt een kritische Duitse organisatie geen genoegen mee. De nazi-verwijzing kan geen toeval zijn, aldus de Landeszentrale für politische Bildung.[1]
     Zet een willekeurig debat in de Tweede Kamer aan, en je ziet politici voorovergebogen naar hun telefoon kijken. Uit onderzoek van dertig studenten van de Bildung Academie, schrijver Sidney Vollmer en startup Myndr blijkt dat tijdens plenaire vergaderingen op elk moment gemiddeld 38 procent van de politici hun smartphone gebruikt.[2]
Synoniemen

Gangbaarheid

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Bronlink geraadpleegd op 11 augustus 2022 Weblink bron “Duitse supermarkt ontkent nazi-verwijzing in kerstreclame” (26-11-2016), Tubantia
  2. Bronlink geraadpleegd op 11 augustus 2022 Weblink bron
    Maarten van Ast
    “Burgerinitiatief tegen smartphonegebruik Kamerleden: ‘Ze zijn echt uitgecheckt’” (16-01-2020), Tubantia