bilateraaltje

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • bi·la·te·raal·tje
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord
verkleinwoord bilateraaltje bilateraaltjes

Zelfstandig naamwoord

het bilateraaltjeo

  1. overleg tussen twee partijen
     De Griekse minister van Financiën Tsakalotos in een bilateraaltje met IMF-topvrouw Lagarde[1]
     Er zijn verschillende gesprekken onder vier ogen. De Chinese president Xi verzekerde de Franse president Macron in zo'n 'bilateraaltje' dat China de afspraken uit het klimaatakkoord zal nakomen. Frankrijk en China gaan samenwerken bij projecten met duurzame energie. Macron zal eind dit jaar of begin volgend jaar een bezoek aan China brengen.[2]

Gangbaarheid


Verwijzingen

  1. Bronlink geraadpleegd op 26 februari 2023 Weblink bron “17 uur lang onderhandelen: 'De salamitactiek nekte de Grieken'” (Maandag 13 juli 2015, 18:20), NOS
  2. Bronlink geraadpleegd op 26 februari 2023 Weblink bron “G20-compromis over handel, maar bij klimaat ligt Trump dwars” (Zaterdag 8 juli 2017, 10:26), NOS