bijdraagt

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • bij·draagt

Werkwoord

vervoeging van
bijdragen

bijdraagt

  1. (in een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van bijdragen
    • ... dat jij bijdraagt. 
  2. (in een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van bijdragen
    • ... dat hij bijdraagt.