bijberoepen
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: bijberoepen (hulp, bestand)
- IPA: / ˈbɛibəˌrupə(n) / (4 lettergrepen)
Woordafbreking
- bij·be·roe·pen
Woordherkomst en -opbouw
- bijberoep met uitgang -en
Zelfstandig naamwoord
de bijberoepen mv
- meervoud van het zelfstandig naamwoord bijberoep