bidbook
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- bid·book
Woordherkomst en -opbouw
- uit het Engels
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | bidbook | bidbooks |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
het bidbook o
- boek waarin een bepaalde organisator aangeeft wat hij of zij allemaal te bieden heeft als hij of zij de kans krijgt om een bepaald evenement te organiseren
- ▸ Voormalig schermkampioen Yuki Ota tijdens de presentatie van het bidbook van Tokio 2020[1]
- ▸ In het bidbook werd nog uitgegaan van een begroting van 40 miljoen euro, maar dat is inmiddels bijgesteld naar 26,5 miljoen. Vijf onderdelen zijn al geschrapt, zoals een spa op een drijvende terp, een tentoonstelling over de romantische schilders uit het noorden en een online Museum of Love.[2]
Gangbaarheid
- Het woord bidbook staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Verwijzingen
- ↑ Weblink bron “Tokio bouwt stadion van twee miljard euro” (Maandag 29 juni 2015, 11:40), NOS
- ↑ Weblink bron “Deel programma Culturele Hoofdstad Leeuwarden geschrapt” (Zaterdag 26 maart 2016, 08:27), NOS