bewater
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- be·wa·ter
Werkwoord
vervoeging van |
---|
bewateren |
bewater
- eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van bewateren
- Ik bewater.
- gebiedende wijs van bewateren
- Bewater!
- (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van bewateren
- Bewater je?
Gangbaarheid
- Het woord bewater staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.