betjente
Deens
Woordafbreking
- be·tjen·te
Woordherkomst en -opbouw
- Deense woordvorm met het voorvoegsel be-
Naar frequentie | 1976 |
---|
Werkwoord
betjente
- verleden tijd van betjene
Zelfstandig naamwoord
betjente, mv
- onbepaalde vorm nominatief meervoud van betjent