benzinekosten

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ben·zi·ne·kos·ten
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord benzinekosten
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de benzinekostenmv

  1. geld dat men moet betalen voor de benzine die een auto verbruikt tijdens het rijden
     Daar blijft het niet bij. "Via Google Maps analyseert hij de beste route en via een weer-app de rijomstandigheden. Parkeermogelijkheden zijn ook al uitgerekend, waardoor je zonder problemen op tijd op je bestemming aankomt. Als die auto binnenkort ook nog zelf kan rijden, spaar je naast auto- en benzinekosten ook nog eens de chauffeur uit. Daardoor gaat de prijs van een ritje drastisch omlaag."[1]
     Bij private lease betalen klanten een vast bedrag per maand voor het gebruik van een auto. Behalve de benzinekosten is meestal alles bij dat bedrag inbegrepen, zoals de verzekering, wegenbelasting, pechhulp, onderhoud en reparatie.[2]
     Het Griekse ministerie van Defensie heeft laten weten dat een ondernemer de benzinekosten à 35.000 euro dit jaar uit eigen zak betaalt.[3]
Verwante begrippen
Hyponiemen

Gangbaarheid


Verwijzingen

  1. Bronlink geraadpleegd op 30 januari 2023 Weblink bron “Op de autobeurs in Detroit: hebben we straks nog een auto?” (Dinsdag 12 januari 2016, 17:57), NOS
  2. Bronlink geraadpleegd op 30 januari 2023 Weblink bron “Keurmerk voor private-lease-bedrijven” (Maandag 1 februari 2016, 17:16), NOS
  3. Bronlink geraadpleegd op 30 januari 2023 Weblink bron “'Sponsortanks' in Griekse parade” (Maandag 14 oktober 2013, 21:25), NOS