bekladding

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • be·klad·ding
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord bekladding bekladdingen
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de bekladdingv

  1. de keer dat iets besmeurd wordt
     De bekladding werd vanochtend rond 08.00 uur ontdekt. Als snel kwamen er mensen naar de begraafplaats om het met eigen ogen te zien. Een verslaggever van Omroep Brabant beschrijft het als volgt: "Het is niet een beetje beklad, nee, alles is hier beklad. Op vrijwel alle grafstenen staat een letter. Onvoorstelbaar." Hij omschrijft de teksten als 'Engelse wartaal'.[1]
     De directeur weet niet of de dader van de bekladding een scholier van de school is of een actievoerder die niet op het Johan de Witt Gymnasium zit.[2]
Synoniemen

Gangbaarheid


Verwijzingen

  1. Bronlink geraadpleegd op 26 oktober 2022 Weblink bron
    NOS Nieuws
    “Graven, muren en kapel van oorlogsbegraafplaats Mierlo beklad” (Vrijdag 13 september 2019, 09:13), NOS
  2. Bronlink geraadpleegd op 26 oktober 2022 Weblink bron
    NOS Nieuws
    “School in Dordrecht beklad met anti-Zwarte Piet-tekst” (Maandag 28 oktober 2019, 11:56), NOS