beginselvaster
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: beginselvaster (hulp, bestand)
- IPA: / bəˈɣɪnsəlˌvɑstər / (5 lettergrepen)
Woordafbreking
- be·gin·sel·vas·ter
Woordherkomst en -opbouw
- beginselvast met het achtervoegsel -er
Bijvoeglijk naamwoord
beginselvaster
- onverbogen vorm van de vergrotende trap van beginselvast